De komende decennia krijgt iedereen te maken met de transitie van een lineaire naar een circulaire economie en dus ook circulair bouwen. Vanwege het feit dat de grondstoffen op onze planeet niet onuitputtelijk zijn en er op Europees niveau harde afspraken zijn gemaakt om verbruik te reduceren en hergebruik te stimuleren. Wat is circulair bouwen en hoe kunnen kleine aannemers daarop inspelen?
De Europese Commissie heeft eind 2015 een ambitieus actieplan Maak de cirkel rond goedgekeurd, om de interne markt te transformeren naar een meer circulaire economie en duurzamere groei. Het idee daarachter is dat alle grondstoffen en materialen na het gebruik voor een bepaald product, opnieuw nuttig toepasbaar zijn voor een ander product. Dat Europese lange termijn plan gaat elke markt beïnvloeden, waaronder de bouw en GWW. In lijn daarmee heeft onze Nederlandse overheid het programma Nederland Circulair in 2050 opgesteld, met strategische doelstellingen om in de bouw zoveel mogelijk hernieuwbare grondstoffen te gaan gebruiken en de CO2-emissies te reduceren.
Begin 2017 heeft Bouwend Nederland met 180 betrokken organisaties het grondstoffenakkoord voor de bouw en GWW-sector gesloten. Daarin staan de ambities dat overheden in 2020 al 10% circulair willen gaan inkopen en er in 2030 maar liefst 50% minder primaire grondstoffen worden gebruikt. Verder is er sinds dit jaar een wettelijke grenswaarde voor de milieubelasting van materialen in nieuwe gebouwen van kracht geworden, de MilieuPrestatie Gebouwen om ontwerpen aan te toetsen. Hoewel de doorwerking van beschreven initiatieven in kleinere bouw- en GWW-projecten nog wel enkele jaren duurt, krijgt uiteindelijk elke aannemer ermee te maken.
De ontwikkeling van lineair naar circulair bouwen gaat de business(modellen) en manier van samenwerken in de bouw onomkeerbaar veranderen. In plaats van alleen maar economische waarde creëren voor opdrachtgevers, moeten aannemers ook ecologische en sociale toegevoegde waarde gaan meenemen in hun aanbesteding en begrotingen. Door na te gaan denken over een tweede leven voor alle toegepaste bouwmaterialen en het proces van downcyclen te verminderen. Zo kunnen bepaalde bouwmaterialen die als leaseobject gebruikt zijn in project A na een aantal jaar weer worden gebruikt voor project B. Door middel van goed calculeren, begroten en afschrijven, leidt dit niet alleen tot nieuwe verdienmogelijkheden voor grote en kleine aannemers, maar zorgt er eveneens voor dat bouwmaterialen een waardig tweede en wellicht derde leven krijgen. Aannemers kunnen dit aanbieden als all-in contracten. De producten worden aangeleverd als abonnementen en dit leidt tot ontzorging voor de klanten. De bouwsector is momenteel de grootste verbruikersmarkt van grondstoffen in de wereld, dus zijn er ook veel kansen om innovatieve nieuwe toepassingen te bedenken. Hetzelfde geldt voor alle technische installaties. Natuurlijk vereist dit een andere manier van denken en calculeren, maar wie daar nu niet op inspeelt, gaat over enkele jaren aanbestedingen missen.
Housni Chaibi is werkzaam als Consultant bij Brink.